Gehecht & gehecht (Macaroni dialogen 12)

Nou, ik heb er weinig van gevoeld. Alleen die prik eigenlijk, in t begin.
Pa moest weer onder het mes bij de plastisch chirurg. Hij heeft een abonnement op het plaveiselcelcarcinoom, een goedaardige huidtumor. MacaroniCrisis of niet, de gewone zorg loopt door, nog wel. Dit keer groeit er een bult op z’n voorhoofd. Een flinke, of er een hoorntje wil doorkomen … (*)

Die kerel kan er wel wat van. Vorige keer heeft ie die plek op mijn been ook netjes gefikst, toch?
Pa is intussen ervaringsdeskundige.

En wanneer mag dit eraf?
Hij wijst naar de plek waar een half uur geleden de bult nog zat.
Dat is niet meer nodig Pa, dat was alleen voor onderweg. Het kan er wel af.

De assistente heeft de gehechte wond afgedekt met gaasjes en lichtjes vastgezet met een pleister.
Oh ja, nou, aarzelt Pa, Ik laat het toch even zitten. Komt vanmiddag wel.

De ingreep verliep soepel. Dat kreeg ik live mee ik in de – vanwege Corona – verder lege wachtruimte. In de behandelkamer, aan de andere kant van de kennelijke dunne muur, hoorde ik hoe Pa erop los kletste. Ook tijdens het snijden gaan zijn verhalen en vragen door. Hij wil altijd weten waar mensen vandaan komen, vissend naar mogelijke dorpsgenoten.

Komt u toevallig uit Scheveningen? Hebt u er er nog familie? Ja, ja, ik ben ook Scheveninger.
Nu is de kans dat je Scheveningers ontmoet best groot in dit ziekenhuis: het Rode Kruis /Haga Ziekenhuis, op de grens Scheveningen-Den Haag. Ook nu is het raak, zo te horen.
Ja, die ken ik wel. Leeft ie nog? En daar een neef van, die woonde bij ons in de straat.

Veel Scheveningers hebben een band met dit ziekenhuis, dat geldt ook voor Pa. Zijn moeder, mijn oma, overleed hier. Zijn eerste kleindochter kwam hier ter wereld. En dan het verhaal over zijn vader – mijn opa en naamgenoot.

Mijn vader moest in de oorlog meewerken bij de sloop van het oude RKZ. Dat moest weg omdat de Duitsers een tankgracht wilden bouwen. Zij dachten dat de geallieerden op Scheveningen zouden landen.
Na de oorlog is een nieuw RKZ gebouwd. Gelukkig maar, vindt Pa… Scheveningers komen hier graag.

Pa is gehecht aan (en in) dit ziekenhuis. Daarom kan hij er niet over uit dat het binnenkort definitief sluit. Hij vindt het maar niks. Dat gevoel deelt hij met de zorgprofessionals. Verdorie, het is toch zonde dat jullie dichtgaan? Moeten we naar dat grote ziekenhuis. Het is hier veel gezelliger!
Alsof je voor de gezelligheid naar een ziekenhuis gaat… Nou, ja, voor Pa telt dat wel mee.

Na krap 25 minuten stapte hij de behandelkamer uit, begeleid door de assistente uit Scheveningen.

Het ging goed hoor. Zegt zij, met brede glimlach. En we zien meneer over twee weken graag even terug. 

In dit ziekenhuis toch?, vraagt Pa.
Ja, maar dat is dan wel de laatste keer, hoor. Daarna gaat het dicht.
Jammer! vindt Pa, hartgrondig.

Die controle, twee weken later, levert geen bijzonderheden op. De plek ziet er goed uit.

De volgende ingreep is al gepland. En dan moet Pa echt naar het andere ziekenhuis.
Gelukkig is er één verzachtende omstandigheid. Hij kan dan terecht bij zijn favoriete dermatoloog, een jonge arts, van puur Scheveningse komaf.

Sterker nog: haar opa zat bij Pa in de klas, op Scheveningen.

 (*) Dat hoorntje? Dat is een heel ander verhaal… (wordt vervolgd)

(c) Bart van der Harst,

(De Macaroni dialogen – gesprekken met Pa ten tijde van Corona)

…..