Macaroni Virus  (Macaroni dialogen 1)
Macaroni Virus (Macaroni dialogen 1)

Macaroni Virus (Macaroni dialogen 1)

Of wij er nog geen last van hadden?  Vroeg mijn vader, mild bezorgd, toen hij van de week belde.
Last? Waarvan, Pa? vroeg ik, nog niet goed wakker.

Nou ja, dat virus natuurlijk, dat Macaroni virus!
Ha, je bedoelt Corona, Pa!
Ja, dat. Maar ik zeg Macaroni. Dat onthoud ik makkelijker.

Mijn vader heeft veel talent om namen en begrippen te verhaspelen. Het is altijd even opletten wat of wie hij bedoelt.

Het is wel een gedoe, hè? Doen jullie voorzichtig? Mogen jullie nog naar buiten, daar?

Ja, Pa, wij komen nog buiten. En wij zijn voorzichtig. Stel ik hem gerust.
Oh, nou ja, afstand houden, hoor. Ik zie hier trouwens nog steeds mensen buiten, lijkt wel drukker dan anders.

Pa woont in Den Haag. Wij in Gouda. Hij kijkt vanuit zijn appartement op de eerste etage over straat. Gewone straat, gewone wijk. Woont er bijna 50 jaar. De laatste jaren alleen, sinds moeders dood. Hij redt zich wonderbaarlijk best, met zijn 90 jaar op de teller. Hij krijgt wat ondersteuning, voor huishouding en boodschapjes. Wij, de kinderen, gaan als het lukt 1 x per week op bezoek. Nu even niet, vanwege het macaroni virus.

Maar eenzaam voelt hij zich niet snel. Hij gaat er, normaal gesproken, nog op uit, met zijn rollator. Naar de wijkclub. Naar de buurtwinkel. Maakt een praatje met wie hij maar tegenkomt.
De mens een sociaal dier? Pa is een sprekend voorbeeld.

Hij belt ook zelf mensen, familieleden, oud collega’s, vrienden/bekenden van lang geleden. Om bij te praten, en om te horen wie er recent is overleden.

Hij beseft goed dat zijn eigen rit in de bus van ‘Lijn Leven’ de laatste halte nadert. Daar doet hij ook niet moeilijk over, sterker nog…img_3950

Dan zie ik haar weer terug, zij wacht me op. Zijn levenspartner, mijn moeder. Hij mist haar nog elke dag.

Ze wacht op me. Dan gaan we samen verder.
Hij weet het zeker, dat geeft hem een natuurlijke berusting.

Al kan hij zich ook best nog opwinden als de aardappels 10 eurocent per kilo duurder zijn.

Hij is volop geïnteresseerd in het wel en wee van zijn kinderen, kleinkinderen. En nu het Macaroni virus door de wereld gaat, is hij scherper dan anders.

Doen jullie echt voorzichtig?
Zo goed bedoeld; maar het voelt een beetje als omgekeerde mantelzorg. Want juist hij, op die leeftijd, past 100% in de risicogroep. Maar als oud-zeeman maakt hij zich niet druk.

Ik heb alle wereldzeeën bevaren, en onderweg heel wat zware stormen overleefd.

Ik ben onlangs met hem mee geweest voor een check-up bij zijn huisarts. Pa had al even last van een hardnekkige verkoudheid. Dat was voor Corona zich meldde in Nederland.
De uitslag was geruststellend. Op alle vitale checkpoints scoorde Pa ruim voldoende: bloeddruk, pols, longen, temperatuur. Zo fit als een jonge hond, op leeftijd.

Maar, zegt hij zelf, ik ben een man van de dag. Een man die bezorgde belrondjes doet onder zijn kinderen en kleinkinderen. Met als hamvraag, of we geen last hebben van het Macaroni virus.

Een gesprek met Pa duurt makkelijk een half uur, of langer. En dat dan een paar keer dezelfde verhalen voorbijkomen, ach, hoort er bij. En je moet ook opletten, want er kan tussendoor ineens een verrassend nieuw verhaal opduiken.
Vaak over zijn avonturen als aangeschoten ketelbinkie in verre havens. Of over de oorlogstijd op Scheveningen, de oorlog die hij als 10 tot 15 jarig jochie meemaakte.

Het zijn bijzondere gesprekken, realiseer ik me.
Soms vindt hij het na 10 minuten al genoeg. Dan moet hij nog iets doen. Of wordt z’n koffie koud, of gaat die z’n prakkie alvast opwarmen. Dan klinkt steevast zijn bijkans rituele afronding:

Nou, We gaan elkaar groeten!
Wat ga je eten Pa?
vraag ik nog snel.

Ik heb nog een zwikkie (*) Macaroni staan…
Hij kan er zelf om lachen.

En bedankt voor je belletje!
Ook al heeft hij zélf gebeld.

 =====

(c) Bart van der Harst, De Macaroni dialogen – gesprekken met Pa ten tijde van het Corona Virus)